Vierfasenmodel voor vermeerdering van organisatievermogens - T.W. Hardjono

Essentie

Het Vierfasenmodel is gebaseerd op ervaring en aannemelijk gemaakt aan de hand van de historische ontwikkeling van een drietal ondernemingen, Philips, KLM en Gelderse Papiergroep. Het normatieve karakter van het Vierfasenmodel maakt dat het ook kan worden gezien als een verantwoordingsmodel. Organisatieadviseurs en managers kunnen aan de hand van het Vierfasenmodel, zowel vooraf als achteraf, tegenover zichzelf, tegenover elkaar en tegenover derden, de ingrepen verantwoorden die zij voorstellen dan wel hebben uitgevoerd.

Bij de opbouw van het Vierfasenmodel gelden de volgende stellingen:
  1. Het doel van de organisatie is het vermeerderen van vermogens;
  2. Een organisatie is een symbolisch en een functioneel samenwerkingsverband;
  3. Een organisatie moet een evenwicht zien te vinden tussen externe oriëntatie en interne oriëntatie;
  4. Een organisatie moet een evenwicht zien te vinden tussen oriëntatie op beheersing en oriëntatie op verandering;
  5. De oriëntatie op beheersing in combinatie met de externe oriëntatie geeft als resultante de effectiviteit van de organisatie. De oriëntatie op beheersing in combinatie met de interne oriëntatie geeft als resultante de efficiency van de organisatie;
  6. De oriëntatie op verandering in combinatie met de interne oriëntatie geeft als resultante de flexibiliteit van de organisatie. De oriëntatie op verandering in combinatie met externe oriëntatie geeft als resultante de creativiteit van de organisatie.
Bij het te lang aanhouden van de aandacht in één van de kwadranten dreigen er gevaren. Die gevaren kunnen zijn: hobbyisme, verkokering, bureaucratisering of anarchie.

Afbeelding


Koppeling met Quinn

Door dit model in het model van Quinn te plaatsen, voeren wij een verandering door. De term ‘flexibiliteit’ in het model van Quinn vervangen wij door ‘vernieuwend’. Het Vierfasenmodel past dan als volgt:


Meer informatie?